Zuchten

We leven in bijzondere tijden. De coronaperiode lijkt nog maar net achter ons te liggen of we zijn geconfronteerd met een oorlog in het oostelijk deel van Europa met een groot aantal slachtoffers en onvoorstelbaar menselijk leed op slechts tweeduizend kilometers hier vandaan. Grote aantallen vluchtelingen uit Oekraïne verspreiden zich nu onder Europese landen, op zoek naar een onderkomen. Ondertussen buitelen verschillende klimaatscenario’s over elkaar heen met daarin het vaste gegeven dat de zeespiegel zal stijgen en de aarde zal opwarmen.

Klimaatverandering

Evenals de oorlog brengt ook de klimaatverandering een vluchtelingenstroom op gang van ongekende omvang. Volgens een bericht van hulpverleningsorganisatie ZOA zijn dat er nu zo’n 100 miljoen, dat is meer dan de bevolking van Nederland en Duitsland samen. Nooit eerder is de wereld geconfronteerd met zoveel vluchtelingen. De grafiek laat een dramatisch stijgende lijn zien, in de komende 10 jaar zal het aantal vluchtelingen verdubbelen. In 2050 zullen naar verwachting 216 miljoen klimaatvluchtelingen over de aarde zwerven. Het ligt voor de hand dat de armste gebieden zoals de Afrikaanse landen onder de Sahara en Zuid-Azië het hardst worden geraakt door de klimaatverandering. In Bangladesh bijvoorbeeld zal in 2050 ongeveer 17% van het land verdwenen zijn door de stijgende zeespiegel, waardoor 20 miljoen mensen het gebied zullen ontvluchten. In veel warme gebieden zoals landen in de Hoorn van Afrika wordt het steeds droger, met grote schaarste aan landbouwgewassen tot gevolg waardoor honger en armoede ontstaat.

Tijdperk van veranderingen

Onder invloed van al deze veranderingen komen ook economische en politieke systemen onder druk te staan op zoek naar een evenwicht tussen economische belangen en mens en milieu. Het tijdsbeeld lijkt zich te versnellen, de wereld verandert sneller dan ooit en wij veranderen daarin mee. Volgens hoogleraar en transitie expert Jan Rotmans gaat het niet om een tijdperk van veranderingen, maar om een veranderend tijdperk. Je kunt dit alles op verschillende manieren duiden. Sommigen doen dat apocalyptisch. De ontwikkelingen die we meemaken hebben volgens hen alles met de eindtijd te maken. De wekker loopt af, de houdbaarheidsdatum van deze aarde en de mensheid is in zicht. Gegrond op Bijbelse inzichten of uit anderen bronnen, bestaat de overtuiging dat we in de eindtijd leven. Anderen duiden de ontwikkelingen vooral vanuit de maatschappelijke verandertheorie, we noemen dit transitie. Ook hierover zijn verschillende opvattingen mogelijk, maar de algemene gedachte hierachter is dat we ons in een transitiefase bevinden, een proces van kanteling. De manier waarop we produceren, werken, reizen, en eten is niet meer vol te houden.

Zuchtend uitzien naar iets nieuws

Het is duidelijk dat er een verandering moet plaatsvinden, to “build back better” en dit kan door het verduurzamen en verbinden van systemen zoals zorg, economie, landbouw en huisvesting. Als we alle ontwikkelingen op ons in laten werken maakt dat niet optimistisch, maar het hoofd pessimistisch neerbuigen helpt ook niet. Paulus geeft in zijn geweldige Romeinenbrief richting. Hij zegt dat de schepping zucht en in barensnood verkeert. Dat zuchten heeft iets moois. Het is niet het pessimisme, het is de realiteit van de gebrokenheid waarin we leven. Zuchtend zien we uit naar iets nieuws dat door de barensweeën ontstaat. Er komt een nieuwe geboorte, het is jongste dag. De dag dat Jezus terugkomt en alle dingen nieuw maakt. De vele vluchtelingen, de nood en de verschrikkingen van de wereld, de wenteling van de eeuwen en de veranderdruk maakt dit verlangen alleen maar groter. En ondertussen doen we wat onze hand vindt om te doen.