De kunst van het weglaten

Ik heb een hekel aan protocollen. In de zorg ben je dan al snel de tragische Don Quichot, strijdend tegen de grauwe en weerbarstige werkelijkheid want de zorg hangt aan elkaar van protocollen, richtlijnen en voorschriften.

Nu zijn protocollen niet altijd fout. Een behandelprotocol waarin staat welke behandeling je uitvoert bij een bepaald ziektebeeld lijkt me zinvol. Protocollen zorgen voor standaardisatie en dat is op zich niet verkeerd. Dit heeft ook alles te maken met kwaliteitsdenken. Maar protocollen kunnen ook leiden tot verstarring als deze gebruikt worden om het territorium af te bakenen. Een voorbeeld hiervan zijn de voorbehouden handelingen van de verschillende zorgverleners, die  vastgelegd zijn in strakke protocollen en richtlijnen van de beroepsgroepen zelf. Hiermee wordt de professionaliteit en het domein van de beroepsgroep afgebakend om te voorkomen dat anderen die niet bevoegd en bekwaam zijn dezelfde dingen gaan doen. Een begrijpelijke afbakening, maar het is de vraag of we daar in deze tijd met personeelsschaarste en noodzakelijke flexibiliteit mee opschieten. Het kwaliteitskader voor de ouderenzorg, ook een soort protocol, is hierin nog steeds heilig. Dan zijn er nog de organisatieprotocollen. Dit zijn de zaken die organisaties zelf denkt te moeten regelen. Soms verplicht door externe instanties en soms uit een beheers reflex, omdat we denken dat we met een protocol grip kunnen hebben op onze processen of op het gedrag van medewerkers als het bijvoorbeeld gaat om gedragscodes. Je kunt dan ook denken aan protocollen die gaan over registraties, declaratievoorschriften of dingen die je moet doen of juist niet moet doen in bepaalde situaties. Ik heb er niet zoveel mee, omdat ik dit soort protocollen, die meestal deel uitmaken van een kwaliteitsboek of kwaliteitsmanagement-systeem, geen toegevoegde waarde zie leveren in de organisatie.

Het protocol krijgt pas betekenis als er iets mis gaat en dan vlug uit de kast wordt gehaald om aan te tonen dat het zo echt niet had gemoeten. Nadenken over de zin en onzin van protocollen gaat over de kunst van het weglaten. Durf je het aan als organisatie om protocollen te schrappen. Het begint al met de vraag aan je zorgprofessionals om protocollen vooral te interpreteren en niet te implementeren. Dan werk je in de bedoeling van het protocol en ontstaat er meer ruimte voor maatwerk. Dit vraagt moed, leidt misschien tot onzekerheid. Maar wie onzekerheid aan kan, geniet het meest van het spel. Wie wint, mag het podium op en wie verliest, heeft het meest geleerd.