Kennen en gekend zijn
Deze psalm gaat over het kennen. God die je kent en de mens die God leert kennen. Kennen en gekend zijn, zou je kunnen zeggen. God kent ons, eerder dan wij Hem kennen. Dat begint al vroeg, dit lied zegt dat we als vrucht in de moederschoot al door God gekend zijn. Zelfs op dat prille moment weet God van ons bestaan. God maakt zich kenbaar aan ons mensen. Dat doet Hij in heel de schepping. Calvijn, die veel nagedacht heeft over het thema God kennen en jezelf kennen, noemt de schepping het ‘theater van Gods glorie’. Maar God laat zich ook kennen door zijn Woord en Hij werkt in ons door Zijn Geest. Woord en Geest zijn de voertuigen die de Heere in het bijzonder gebruikt om zich te laten kennen. God kennen en jezelf kennen. Deze twee horen bij elkaar.
Eenzaam mens
Een mens die de verbinding met God mist is ten diepste eenzaam. Dat zie je niet altijd. Mensen die God niet kennen kunnen ogenschijnlijk volop door het leven gaan omringd en gekend door vele mensen. Soms wordt de eenzaamheid uitgesproken en is deze zichtbaar. Je ziet dit bijvoorbeeld bij de bekende filosoof Friedrich Nietzche. Deze Duitse filosoof was in zijn genialiteit een eenzaam mens. Hij schreef aan iemand: Als ik je een idee zou kunnen geven van mijn gevoel van eenzaamheid! Noch onder de levenden, noch onder de doden heb ik iemand met wie ik me verwant voel. Dat is onbeschrijflijk gruwelijk; en alleen het oefenen in het verdragen van dit gevoel en een stapsgewijze ontwikkeling daarvan van kindsbeen af maakt het voor mij begrijpelijk dat ik daaraan nog niet te gronde ben gegaan.
God kent ons
Een mens die zich niet gekend weet is eenzaam. Nietszche liep hierin vast en stierf een eenzame dood. Als je gekend bent dan doet dat wat met je. Je staat dan niet meer alleen, maar je weet je opgenomen in een groter geheel. God kent ons en als je God hebt leren kennen, dan gaat er een ander leven voor je open. Dit geldt in onze verhouding tot God, maar ook tot elkaar. Als je je door een ander gekend weet, dan sta je in relatie tot de ander. Kennen en gekend worden. Maar wat zou dit nu kunnen betekenen voor onze zorgverlening? En wat betekent dit voor onze organisatie? Deze vragen raakt onze identiteit. Ik maak het nu wat praktischer naar ons eigen werk.
De cliënt of bewoner kennen
Sinds het kwaliteitskader in de ouderenzorg van kracht is praten we steeds meer over persoonsgerichte zorg. Persoonsgerichte zorg betekent dat deze bijdraagt aan het zo goed mogelijk functioneren van de client of bewoner. Hiervoor is nodig dat we de client of bewoner kennen. We hebben hier onze methodieken voor. Tijdens de intake geven we hier aandacht aan, het zorgplan gaat hierover, maar ook de levensboeken dragen hieraan bij. Het kennen van de cliënt vinden we een voorwaarde om menslievende zorg te kunnen geven.
Kwaliteit van zorg ontstaat vooral in de relatie met de ander. Het maakt hierin uit of je de ander kent en of de ander zich gekend weet. Wat je hierin terugziet is een model. Het is de bekende driehoek: God – jezelf – en de ander. Deze driehoek, dit model, kun je ook op een andere manier gebruiken. In de ouderenzorg gaat het dan over de cliënt, familie en zorgverlener. In de gehandicaptenzorg heb je de triple C methodiek. Deze gaat uit van de driehoek: cliënt, coach en competentie. In al deze modellen wordt de driehoek altijd gelijkzijdig getekend. Langs deze lijnen loopt de kwaliteit van zorg en hierin moet je ook ruimte geven. Ik heb een paar van dit soort driehoeken getekend.

De dorpsgemeenschap met de vele familiebetrekkingen en onderlinge verhoudingen maakt dat we de client kennen in de eigen dorpscultuur. Dat is een sterk punt van onze organisatie. Toch is het goed om onszelf de spiegel voor te houden, want we krijgen immers ook veel cliënten buiten het dorp en ongeveer 30% van onze medewerkers komen van buiten het dorp. Doen we er alles aan om in contact te staan met de cliënt? Een belangrijke organisatievraag is: kunnen systemen en procedures het echte contact met elkaar en met onze cliënt in de weg staan?
Ik wil nog één ding noemen. Als wij van de medewerker vragen om de cliënt te leren kennen, dan wordt van ons als MT, teamleiders, leidinggevenden en staf gevraagd om de medewerker te kennen. Dat valt in een groter wordende organisatie niet mee, maar het doet heel veel als een medewerker zich gekend weet. Door je te laten zien. Herkenning, een compliment een gewoon praatje. Het doet veel, soms meer dan je denkt.
Kennen en gekend zijn. Ik laat het hier nu bij. Maar dit thema loopt als een rode draad door dit breed MT en zal ook concreet worden gemaakt in ons jaarplan voor komend jaar. In dit overleg gaan hier verder over nadenken.